Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als [16]hij nu [17]hoorde van Tirhaka, den koning van Cusch, zeggen: Hij is uitgetogen, om tegen u te strijden; toen hij zulks hoorde, zo zond hij [weder] boden tot Hizkia, [18]zeggende: 16. Te weten de koning van Assyrie. 17. Zie boven vs.7. 18. En hun ook brieven medegevende, van denzelfden inhoud; zie vs.14.